‘Ik probeer de manager te zijn die ik zelf zou willen hebben’

Hoe brengen topambtenaren leiderschap in de praktijk? Luc Mutsaers, MT-lid en plaatsvervangend directeur bij de Directie Transitie Diepe Ondergrond deelt zijn visie.

Je schreef twee boeken over werkplezier. Wat is de relatie met je werk als leidinggevende?

‘Mijn eerste boek ontstond toen ik net begon als leidinggevende van een team van twintig mensen. Ik merkte dat sommige collega’s weinig plezier in hun werk hadden. Dat zie je gewoon. Ik besloot me te verdiepen in de vraag: hoe help je mensen om met meer energie naar het werk te gaan? Er was toen nog weinig geschreven over werkplezier, dus bundelde ik mijn eigen inzichten en ervaringen. Inmiddels zie ik dat werkdruk en werkplezier prima naast elkaar kunnen bestaan. Maar een veilige werkomgeving is daarvoor wel essentieel.’

Hoe schrijf je een boek naast een veeleisende baan?

‘Voor mij is schrijven ontspanning. Waar de een gaat sporten, ga ik achter de laptop zitten schrijven. Dat heb ik altijd al gedaan, vanaf het moment dat ik voor de schoolkrant werkte. Schrijven helpt me mijn gedachten te structureren, te reflecteren en is voor mij ook een manier om anderen te inspireren. Het voelt ook niet als werk.’

Wat doe jij als leider om sociale veiligheid in je team te bevorderen?

‘Ik probeer altijd het goede gesprek te voeren, ook als dat ongemakkelijk is. Laatst sprak ik een junior medewerker die een mooi resultaat had behaald. Toen we dat nabespraken, hoorde ik tussen de regels door dat de verantwoordelijkheid te zwaar had gewogen. Ze had onvoldoende ondersteuning gekregen en had zich daardoor alleen gevoeld. Dat had ze niet eerder gezegd, omdat ze zich graag wilde bewijzen. Daar baalde ik echt van. Ik heb oprecht mijn excuses aangeboden. Zelfs ik, die actief met het onderwerp bezig is, zie dus weleens iets over het hoofd. Ik wil dat medewerkers zich gesteund voelen en dat ze altijd aan de bel durven te trekken. Als manager moet je dat actief uitspreken én laten zien.’

Welke rol speelt voorbeeldgedrag in jouw leiderschap?

‘Een heel grote. Ik probeer de manager te zijn die ik zelf zou willen hebben. Dus: fouten toegeven, kwetsbaar durven zijn, relativeren als het tegenzit. We hadden laatst een ingewikkeld dossier te verwerken. Dan zeg ik: “Jongens, dit is even lastig. Maar laten we er samen om blijven lachen. We doen belangrijk werk, maar we kunnen het ook een beetje relativeren.”’

Wie zijn jouw voorbeelden op het gebied van leiderschap en werkplezier?

‘Ik haal mijn inspiratie overal vandaan. Van oud-leidinggevenden tot goeroes als Remco Claassen, en juist ook van jonge collega’s. Zij houden me scherp. Soms zie je dat mensen in elkaars allergie zitten, dan loop ik even langs en gaan we samen koffiedrinken. Dat soort kleine ingrepen kunnen een wereld van verschil maken.’

Heb je nog een tip voor wie meer plezier in zijn of haar werk wil ervaren?

‘Lach eens naar jezelf in de spiegel voordat je je dag begint. Dat werkt echt, ook al voelt het ongemakkelijk. Met een glimlach op je gezicht kun je niet chagrijnig zijn. En ook: wacht niet af. Je kunt als medewerker veel doen aan je werkplezier, óók in een werkomgeving die niet vanzelf prettig voelt. Kleine stappen maken uiteindelijk het verschil.’

Tot slot: wat betekent leiderschap voor jou?

‘Het betekent voor mij dat je duidelijkheid geeft, ook over datgene wat nog onzeker is en mogelijk onzeker blíjft. Je kunt telkens kiezen voor kortetermijnduidelijkheid, maar dan blijf je bezig. Durf dus te zeggen: we weten een aantal zaken nog niet, maar zetten nu deze stap en wachten af hoe het zich verder ontwikkelt. Wees in staat om dat ongemak te verduren.’

Dit interview is gepubliceerd in ABD Blad nummer 3, 2025.