Topambtenaren over politiek-ambtelijke verhoudingen

De Raad van State concludeerde eerder dit jaar dat het samenspel tussen Kamerleden, kabinet en ambtenaren hapert en dat de effectiviteit van de ministeriële verantwoordelijkheid daardoor afneemt. Daarom kwamen de leden van de topmanagementgroep (TMG) van de Algemene Bestuursdienst op 16 november virtueel samen om daarop te reflecteren vanuit het perspectief van de top van het Rijk.

Drie TMG-leden tijdens de TMG-dag op 16 november 2020

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren opende de dag: “Het vertrouwen van de Nederlanders in de overheid is nog altijd groot. Een recent rapport van het CBS laat zien dat het vertrouwen in ambtenaren zich op de hoogste trede van de vertrouwensladder bevindt. Dat is iets om te koesteren en trots op te zijn.” Maar ze wees ook op de risico’s die de Raad van State onderkent bij de politiek-ambtelijke verhoudingen: “Wantrouwen ontstaat door onvoldoende transparantie of gebrekkige toegankelijkheid. Dat moeten we ontzenuwen door open en aanspreekbaar te zijn.”

Luc Verhey, staatsraad en hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden ging in gesprek met de secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken, Gert-Jan Buitendijk, over de brede dialoog tussen ambtenaren, bewindslieden en parlementariërs. Mark Frequin, buitengewoon adviseur Leiderschap, ging in gesprek met programma-directeur-generaal Stikstof Hellen van Dongen en inspecteur-generaal Sociale Zaken en Werkgelegenheid Marc Kuipers over de politiek-ambtelijke verhoudingen. Vervolgens gingen de TMG-leden in kleinere groepjes uiteen om nader met elkaar in gesprek te gaan.

Bram de Klerck, directeur-generaal voor de Algemene Bestuursdienst, was tevreden over de dag: “Met de TMG-dag bieden we een unieke gelegenheid voor topambtenaren van alle departementen om met elkaar over al deze thema’s te kunnen sparren. Mooi dat we zo kunnen werken aan het vertrouwen tussen Kamer, kabinet en ambtenaren, en daarmee aan het vertrouwen van de burger in politiek en overheid.”