Competentieset voor publieke leiders

Competenties zijn waarneembare kwaliteiten van een persoon die maken dat iemand effectief kan functioneren. De competentieset voor publieke leiders kent zeven kerncompetenties. Een publiek leider kan reflecteren, is bestuurssensitief, omgevingsbewust, toont conceptuele flexibiliteit, werkt vanuit gedeeld leiderschap, kan een organisatie aansturen en is stressbestendig.

De competenties raken verschillende gebieden: sociaal-communicatief, intellectueel, taakgericht, emotioneel en bestuurlijk-organisatorisch. Het ligt aan de context, de opdracht van de organisatie, de samenstelling van het team en de aard van de functie welke competenties het meest zwaarst wegen in een specifieke functie.

De competentieset omschrijft daarmee in de breedte wat werken aan (maatschappelijke) opgaven vraagt van een publiek leider.

Reflecteren

  • Je neemt regelmatig tijd om op afstand van de dagelijkse praktijk te reflecteren op je eigen functioneren, het functioneren van je organisatie én het domein waarvoor je verantwoordelijk bent. Je maakt je organisatie en zo nodig jezelf los uit vaste patronen. Je staat open voor nieuwe zienswijzen.
  • Je creëert en stimuleert een reflectief, veilig en positief lerend team- en organisatieklimaat. Daarin is ruimte voor diversiteit. Zelf vervul je hierin een voorbeeldrol.
  • Je hebt zelfinzicht. Je zoekt actief naar persoonlijke feedback en reëel inzicht in je eigen sterke en zwakke punten. Je durft je kwetsbaar op te stellen.

Bestuurssensitiviteit

  • Je onderkent, anticipeert op en adviseert over de relevantie van gebeurtenissen en situaties in de uitvoering en in het veld, die grote politieke of maatschappelijke afbreukrisico’s of kansen opleveren in relatie tot de maatschappelijke opgave.
  • Je plaatst actuele (inter)nationale politiek-maatschappelijke en bestuurlijke vraagstukken in een langetermijnperspectief. Je draagt zorg voor consistentie in beleidsvorming en communicatie. Hierin faciliteer je je collega’s in de ambtelijke top en de bewindspersonen.
  • Je geeft bewindspersonen (on)gevraagd informatie en advies bij publiek optreden, (inter)nationale fora en overleg met de Kamer.
  • Je onderkent het belang van en anticipeert actief op relevante technologische en digitale ontwikkelingen. Je vertaalt deze naar de eigen organisatie en de realisatie van de maatschappelijke opgave.

Omgevingsbewustzijn

  • Je herkent nationale en internationale signalen, trends en maatschappelijke ontwikkelingen, die relevant zijn voor beleid, uitvoering, onderzoek en/of toezicht, of voor de positie van de politieke en ambtelijke top. Het gaat daarbij ook om technologische, digitale en innovatieve signalen, trends en ontwikkelingen.
  • Je onderkent de gevoelens en behoeften van anderen binnen en buiten de organisatie, zowel nationaal als internationaal. Je verplaatst je in anderen en toont sensitiviteit voor diversiteit en inclusie.
  • Je verplaatst je in anderen en je toont je bewust  van de invloed van het eigen handelen op anderen.
  • Je bent je bewust van culturele verschillen. Je bent in staat daar effectief mee om te gaan. Je weet in verschillende omgevingen resultaat te behalen.
  • Je bent in staat (inter)nationale politieke en culturele maatschappelijke ontwikkelingen en verhoudingen te begrijpen, te duiden en te benutten.
  • Je begrijpt digitale en technologische ontwikkelingen (automatisering, robotisering, dataficatie, etc.) vanuit verschillende perspectieven (veiligheid, juridisch, privacy etc.). Je bent in staat deze af te wegen en optimaal te benutten voor de eigen organisatie en bij het realiseren van de (noodzakelijke veranderingen ten behoeve van) de maatschappelijke opgave.

Conceptuele flexibiliteit

  • Je analyseert, weegt en beoordeelt complexe, soms tegenstrijdige informatie.
  • Je ontwikkelt mede op grond van deze informatie scenario’s. Je weegt aan de hand van relevante criteria tegen elkaar af en neemt hierover besluiten.
  • Je houdt rekening en kunt omgaan met onzekerheden en het slechten van paradoxen. Je kunt handelen op basis van inherent beperkte of steeds nieuwe, aanvullende informatie.
  • Je initieert de totstandkoming van visies, meerjarenplannen etc. op basis van de maatschappelijke opgave.

Gedeeld leiderschap

  • Samen met anderen (van binnen en buiten je organisatie) werk je op een verbindende manier aan de realisatie van de gestelde maatschappelijke doelen. Dit vraagt om goede netwerkvaardigheden.
  • De maatschappelijke opgave en de daartoe te bereiken concrete resultaten zijn steeds het kompas voor je eigen handelen. Opgave en resultaten dienen ook als kompas voor het aansturen, (laten) samenwerken, inspireren en beïnvloeden van (het handelen van) anderen en voor het inrichten van de eigen organisatie.
  • Je kijkt vanuit verschillende perspectieven. Je benut deze perspectieven voor het verkrijgen van informatie, analyses, oplossingsrichtingen, sturing, steun en als meewerkend partner.
  • Je bent in staat tot het initiëren, leiden en stimuleren van netwerken en co-creatie. Je bouwt en onderhoudt contacten met mensen en partijen, binnen en buiten de eigen organisatie, die op korte en/of langere termijn kunnen bijdragen aan het realiseren van doelstellingen.

Aansturen organisatie

  • Je richt de organisatie in vanuit visie en organisatiedoelen. Je spreekt het managementteam en medewerkers aan op resultaat-, ontwikkelings-, samenwerkingsgericht en kostenbewust werken.
  • Je werkt vanuit een gedragen visie integer, transparant, navolgbaar, inspirerend en bewust in dienst van het algemeen belang, de maatschappelijke opgave en de eigen organisatie (inclusief de interne bedrijfsvoering) en laat dat in het dagelijks handelen zien.
  • Je toont realisatiekracht. Je laat je niet afschrikken door tegenslagen, weerstand en bezwaren.
  • Je toont moed en je durft grenzen te stellen.
  • Je geeft als publiek waardendrager, rolmodel en boegbeeld van de organisatie het voorbeeld: je handelt zelf consequent volgens kaders en regels van de eigen organisatie en integriteitsnormen. Je draagt deze kaders, regels en normen op allerlei manieren uit en je voelt je verantwoordelijk en staat voor de eigen mensen.
  • Je maakt handig gebruik van nieuwe technologische en digitale ontwikkelingen.
  • Je toont sensitiviteit voor verschillen tussen medewerkers.

Stressbestendigheid

  • Je kunt effectief, eenduidig, zuiver (ten dienste van het algemeen belang) blijven presteren onder druk, bij crisissituaties, tegenspel, tegenslag of teleurstelling.
  • Je maakt, ondanks de druk van binnen en/of buiten, adequate afwegingen. Je stelt de juiste prioriteiten ten behoeve van het bereiken van een optimaal resultaat.

De competentieset sluit aan bij het Functiegebouw Rijk.